Als iemand stoïcijns is of doet, dan is dit toch helemaal niet zo positief?

Vraag

Iemand die zichzelf een stoïcijn noemt, dat is toch helemaal niet zo positief? Als een trainer, coach of sporter bijvoorbeeld stoïcijns wordt genoemd, dan is dit niet echt een compliment. Waarom zou je jezelf dan stoïcijns noemen?

Antwoord

Het woord stoïcijns heeft inderdaad ook een negatieve betekenis. Daarom ben ik ook altijd wat terughoudend om mezelf in het dagelijks leven een stoïcijn te noemen (hier zijn nog meer redenen voor, hierover zal ik later schrijven). De meeste mensen gebruiken de term ‘stoïcijns’ in de praktijk namelijk voor ‘onverstoorbaar zijn’. Zoals het ook bijvoorbeeld in de Van Dale staat. Als iemand zonder emoties, medeleven en/of zonder enige empathie. Iemand die het niets doet wat er is gebeurd. Die emoties onderdrukt of verbergt. Niet echt postitief.

Stoïcisme als levensfilosofie.

Nu klopt het wel dat in zowel het klassiek als het in modern stoïcisme (als levensfilosofie) het ook gaat over hoe we met onze emoties om moeten gaan. Maar in tegenstelling tot de hedendaagse invulling streven stoïcijnen helemaal niet naar onverstoorbaar zijn. In het stoïcisme gaat het niet om het onderdrukken van je emoties en gaat het al helemaal niet over je niet laten kennen.

Wat ik interessant vind aan het stoïcisme, is dat het – zoals de filosoof Pigliucci mooi verwoord – gaat om het bijsturen van je emoties. Door fout gebruik van je verstand / rede heb je de verkeerde emoties en laat je je ten onrechte hierdoor leiden. Denk aan emoties als woede en verdriet. Met een ongelukkig leven als resultaat (bijvoorbeeld een onnodig angstig leven).

Het stoïcisme gaat niet om onderdrukken of verbergen van onze emoties, maar is het de bedoeling dat we ze erkennen, achterhalen waardoor ze worden veroorzaakt en ze vervolgens ten behoeve van ons eigen welzijn bijsturen. (Massimo Pigliucci, 2018, p. 10)

Je kunt bijsturen naar de juiste emoties als je begint in te zien waar je wel of geen invloed op hebt. Verdrietig zijn over zaken waar je geen invloed op hebt, is onzinnig. Ook is het onzin om hier veel energie aan te besteden. Waarom zou je je inspannen voor iets waarop je toch geen invloed hebt? En waarom zou je een angst hebben iets niet te bereiken als je het toch niet kunt bepalen of beïnvloeden? Je kunt beter je richten op datgene waar je wel invloed op hebt. Over wat dit is, zal ik later nog meer schrijven. Maar negatief zou ik dit bijsturen van emoties niet noemen. Eerder het omgekeerde. Je bent op zoek naar de juiste, positieve emoties.

En er is nog een tweede reden waarom jezelf stoïcijn noemen, minder negatief is dat het doet voorkomen.

Stoïcisme gaat ook over rechtvaardig handelen, over maatschappelijke betrokkenheid en excelleren.

Ook al is er geen vast omlijnde theorie over wat het stoïcisme precies inhoudt (en zie deze bijdrage) dan nog kun je stellen dat het stoïcisme als levensfilosofie veel uitgebreider en rijker is dan enkel hoe tegen emoties aan te kijken. Wat dus al anders is dan onverstoorbaar zijn, zoals je hierboven hebt gelezen.

Nu kan ik hier van alles noemen, maar dat zal ik niet doen. Ik wil enkel benadrukken dat ik heb ervaren dat het stoïcisme zich kenmerkt als een levensfilosofie die maatschappelijke betrokkenheid, levenslust, excelleren en sociale verplichtingen hoog heeft staan. Het stoïcisme is geen harteloze, koude filosofie, waarbij de aanhangers enkel op zichzelf zijn gericht (vanuit het idee dat stoïcijnen enkel op zichzelf gericht zouden zijn omdat je hier als mens invloed op hebt).

Zo wordt binnen het stoïcisme bijvoorbeeld veel waarde gehecht aan rechtvaardigheid – als een van dé vier karaktereigenschappen die je als mens zou moeten nastreven. Voor Marcus Aurelius was het zelfs de belangrijkste deugd. Voor hem was rechtvaardigheid de bron van alle andere deugden. Nu denken niet alle stöicijnen hier hetzelfde over, maar dat rechtvaardig handelen belangrijk is, worden door alle stoïcijnen wel omarmd. Het is een invulling die ik niet negatief zou noemen.

“Het beste in onszelf zoeken betekent actief zorgen voor het welzijn van andere mensen.” (Epictetus)

Samenvattend snap ik je vraag dus wel: als iemand onverstoorbaar is, noemen we zo’n iemand in het dagelijks taalgebruik vaak stoïcijns. Een negatief geladen woord. Maar zo moet je de stoïcijnse levenskunst niet zien. Die is – als levensfilosofie – om meerdere redenen veel positiever. Gericht op de juiste emoties (positieve emoties) en o.a. gericht op de samenleving, gericht op rechtvaardigheid en op excelleren.

Maar in de praktijk merk ik wel dat het lastig is: deze twee betekenissen van het woord stoïcijns.

Zijn eigenzinnige bejaarden nu voorbeelden van stoïcijnen?

Vraag

Op mijn werk hadden we het (online) over een veel gelezen tweet van Daniëlle Hermans over haar ouders (klik hier). Op dit moment hebben we te maken met het Corona-virus (COVID-19) en de gevolgen zijn enorm. Een van de grootste problemen met het virus: ziekenhuizen kunnen nooit de zorg geven als iedereen besmet zou raken. Een bijkomend probleem is echter dat er ook ouderen lijken te zijn, die niet willen luisteren naar de overheid of naar hun kinderen. Ze zijn recalcitrant en stronteigenwijs. Wat nu virus? De vraag die we bespraken: is dit nu een teken van een (modern) stoïcijnse levenshouding?

Antwoord

Het is m.i. een interessante vraag, omdat dit de kern van het stoïcisme raakt. Je zou de opvatting van dergelijk eigenwijze ouderen namelijk om te beginnen kunnen zien als een teken van levenslust, zoals ook in een reactie op haar tweet valt te lezen (zie hier).

En het is daarnaast misschien ook wel een teken van het je neerleggen bij je eigen sterfelijkheid. Ouderen die het leven zo benaderen, lijken in ieder geval niet bang te zijn voor een aankomende dood. Het doet in ieder geval denken aan Epictetus:

“Ik kan niet ontsnappen aan de dood, maar ik kan tenminste ontsnappen aan de angst ervoor.”

(ik vermoed trouwens dat de levensopvatting van deze ouders zelfs iets van begrip oplevert. Omdat het misschien hun eigenwijsheid is die maakt dat ze zelfs zo oud worden)

Dus ergens snap ik de vergelijking van de houding van dergelijke ouderen met het stoïcisme wel.

En het eigenwijs-zijn kan ook best geassocieerd worden met het modern stoïcisme. Naast rechtvaardigheid, moed en matigheid is wijsheid immers een van de vier deugden die binnen het stoïcisme voorop staat. Als je dit ook nog eens combineert met de stoïcijnse gedachte dat je in beginsel alleen gericht moet zijn op datgene waar je invloed op hebt (je eigen ideeën, vooronderstellingen e.d.) en je je niet druk moet maken om de meningen van anderen, dan past eigenwijs-zijn best wel de stoïcijn.

Maar toch zou ik ouderen die maar hun eigen gang gaan en niet willen luisteren naar de ideeën van hun kinderen, van onze regering of het RIVM niet stoïcijns noemen.

Het gaat namelijk mis op een ander idee.

Voor een modern stoïcijn is handelen op basis van aanvaardbare (onderbouwde) kennis namelijk essentieel. Wetenschappelijke kennis van de wereld staat aan de basis van de opvattingen van een modern stoïcijn en beïnvloedt het idee over hoe je zou moeten handelen (zie ook deze posting).

Op het moment dat een ouder iemand aangeeft het belang van handen wassen in te zien, maar vervolgens op de fiets stapt naar de biljartclub dan handelt hij natuurlijk niet op basis van aanvaardbare kennis. Want we kunnen allerlei meningen hebben over het virus, maar dat de situatie ernstig is en om doortastend optreden vraagt, mag duidelijk zijn.

Achteraf te moeten zeggen dat je het niet serieus hebt genomen, je gedrag niet hebt aangepast, het virus mogelijk zelf hebt verspreid: het past niet bij de moderne stoïcijn (klik hier). Ook omdat het handelen dus niet te rechtvaardigen valt naar anderen.

Ed.

Wat betekent stoïcijn zijn voor hoe ik mijn werk moet doen?

Vraag

Wat betekenen de ideeën van het stoïcisme voor het werk dat je doet of wat ik ik doe?

Antwoord

Over hoe het modern stoïcisme tegen werk aankijkt, valt veel te schrijven. Ik zal hier later nog vast (veel) meer over zeggen, maar vier belangrijke ideeën zou ik voorop willen stellen.

1. Handel volgens de vier kardinale deugden

Het mag duidelijk zijn dat je volgens moderne stoïcijnen ten eerste in je werk beter de vier kardinale deugden centraal kunt stellen. Deze vier karaktereigenschappen zijn: durf, zelfbeheersing, rechtvaardigheid en (praktische) wijsheid. Wat deze deugden precies betekenen voor het werk dat jij verricht, is echter niet direct te zeggen. Niet voor niets wordt wijsheid genoemd: het is aan jou om wijs te handelen (in samenhang met de andere drie deugden).

Wat handelen volgens deze vier deugden namelijk concreet inhouden voor op het werk dat jij verricht, is afhankelijk van de situatie. Moderne stoïcijnen zul je – naast deze vier deugden – niet vaak algemene uitspraken zien doen (je moet altijd x doen).

2. Richt je op datgene waar je invloed op hebt

Ten tweede is het idee dat je je niet druk moet maken over zaken waar je geen invloed op hebt een belangrijk principe om op je werk in gedachten te houden. Zet je energie goed in en gebruik het voor zaken waar je wel invloed op hebt. Natuurlijk is dit in eerste instantie hoe jij tegen zaken aankijkt. Maar ook hoe jij handelt (in de omgang met anderen) en waarnaar je streeft heb je invloed. Irriteer je echter niet aan zaken die je toch niet kunt beïnvloeden. Laat staan de meningen die anderen op je werk over je hebben.

“Hoe beschamend is de advocaat, als hij zijn laatste adem uitblaast, terwijl hij op gevorderde leeftijd in de rechtszaal pleit voor onbekende procespartijen en daarbij nog steeds de goedkeuring van onwetende toeschouwers zoekt.” Seneca, De beknoptheid van het leven, 20.2

Denk daarbij er ook goed over na in hoeverre je je moet leiden door geld verdienen. Natuurlijk hebben we inkomen nodig om te kunnen leven, maar misschien past enige matigheid ook wel (in combinatie met de andere drie kardinale, stoïcijnse deugden). Want als je in gedachten neemt dan we allemaal dood zullen gaan, is het opbouwen van veel bezit misschien niet de juiste weg. Daarnaast miskent het streven naar veel geld en materie, dat de kans dat je dit zult realiseren ook grotendeels afhangt van factoren buiten jou om. Allerlei redenen waar jij geen invloed op hebt, kunnen maken dat je niet veel zult verdienen. Het zou dom zijn om dit dan als jouw streven te maken. Als het niet lukt, zul je alleen maar ongelukkig voelen

Ook heeft werken voor het geld als valkuil dat dit nooit zal leiden tot blijvend geluk. Hoe meer je verdient, hoe meer je je consumptiepatroon hierop gaat aanpassen. Hier zul je vervolgens aan gaan wennen met als gevolg dat je je wensen gaat aanpassen en weer meer of anders wilt gaan bezitten. Maar ook hier zul je aan gaan wennen (en je niet per se gelukkiger maken). Dit principe noemen ze ook wel de hedonistisch tredmolen. Als je meer gaat verdienen, word je echt niet meteen gelukkiger.

3. Excelleer! (in het juiste)

Enkel gericht zijn op datgene waarop je invloed hebt, wil niet zeggen dat je maar achterover kunt gaan zitten. Dat je niet betrokken bent.

Integendeel!

In het modern stoïcisme kun je juist veel lezen over de waarde van het zo goed mogelijk willen doen (naar je eigen normen) van wat je doet. In het excelleren in datgene waar je naar streeft. Begin dus met nadenken over waarnaar je in dit leven wilt streven.

Volgens de stoïcijnen heeft dit altijd iets als aandacht geven aan de ander in zich. Je vak uitoefenen is altijd je vak uitoefenen voor de ander of meer algemeen: de samenleving in het het geheel.

Excelleren – en komen tot vakmanschap – betekent hiermee ook dat je verdiept in de redelijke behoeftes van anderen, bijvoorbeeld je klanten, patiënten, cliënten e.d.) In tegenstelling tot wat sommige auteurs je misschien willen doen geloven, is klaarstaan voor de ander belangrijk binnen het stoïcisme. En hiernaar streven essentieel om gelukkig te zijn. Maar let op: altijd met mate (zie vorig punt).

Gericht zijn op anderen, is ook belangrijk voor professionals. Of misschien juist voor professionals. Niet omdat de mening van cliënten, klanten en dergelijke jouw geluk bepaalt, maar omdat zo goed mogelijk je best doen voor anderen je eigen geluk bepaalt (los of zij inzien dat je dit doet). Helaas vergeten vaak professionele beroepsbeoefenaren dat wat zij doen in the end niet om cijfers, overzichtjes, processen e.d. gaat, maar om de mens erachter.

Een voorbeeld uit mijn eigen praktijk. Tijdens een workshop met een groep artsen vertelde een gynaecoloog dat hij – zo druk met zijn planning – op een gegeven moment niet doorhad, dat twee ouders voor hem op hun manier hem aan het bedanken waren voor zijn hulp bij de geboorte van hun zoon. Pas later besefte hij de waarde van het dankwoord en dat dit hem echt gelukkig maakte. De vraag was natuurlijk in hoeverre hij hier zijn geluk van moest laten afhangen (wat niet maakt dat je wel blij kunt zijn met het dankwoord). Wel werd echter duidelijk dat het kunnen bijdragen aan het leven van mensen, hem veel meer motiveerde en hem veel meer de mogelijkheid zou geven zijn beroep met passie en energie en goed mogelijk te blijven uitoefen, dan gericht te zijn op het behalen van een planning.

Punt twee en drie kun je mijns inziens goed samenvatten met: doe minder, beter!

4. Handel met kennis (van de wereld)

Hoe je behoort te handelen, begint volgens stoïcijnen met hoe je denkt over hoe de wereld in elkaar zit. Dus eigenlijk had dit misschien wel het eerste punt moeten zijn. In veel klassieke stoïcijnse literatuur gaat dit met name over complexe vraagstukken als “Is alles in de wereld reeds vastgelegd?“, “In hoeverre is alles in de wereld oorzaak en gevolg?“, “Wat doet ons verschillen van andere dieren?” en “In hoeverre hebben wij mensen een vrije wil?” Het is natuurlijk goed om hier ook als professional over na te denken. Je antwoorden op deze vragen zullen immers bepalen wat jij goed handelen vindt.

Maar in het modern stoïcisme zie je nog een tweede, meer praktische invulling als het gaat om de waarde van kennis. Dit is het idee dat je alleen maar kunt excelleren in je werk (of beter: als mens) als je dit doet op basis van zo goed mogelijke kennis. In moderne termen: ware kennis.

Je ziet hierin natuurlijk de kritische houding en het onderzoekend vermogen terug die we van professionals verwachten. Al is dit niet een verwachting die jou zou moeten motiveren; het gaat om je eigenlijk streven naar het goede te doen.

Een praktisch voorbeeld: een accountant zou niet zomaar zijn of haar werk moeten doen, maar zal een betere accountant zijn als hij of zij heeft nagedacht en opgezocht wat een goede manier van accountant zijn inhoudt. En in concrete kwestie precies uitzoekt wat er speelt (dat zou een accountant sowieso natuurlijk moeten doen). Uiteindelijk zal dat hem of haar waarschijnlijk levensgeluk geven: ik weet niet hoe anderen over mij als accountant denken of hebben gedacht (en ik kan dit niet beïnvloeden), maar ik heb wel gestreefd om dit voor mezelf zo goed mogelijk te doen op basis van de kennis die voorhanden is in de wereld.

Je ziet hier natuurlijk een verbinding met het derde punt: hoe te excelleren.

Nog even een praktisch voorbeeld

Hoe je als stoïcijn handelt op je werk en kunt excelleren in je vak, werd – mogelijk onbedoeld – goed verwoord tijdens een interview dat ik hoorde op BNR Nieuwsradio. Tijdens deze radio-uitzending werd Jos Huijbregts geïnterviewd over wat het betekent om een bakker te zijn en hierin als vakman te excelleren (en het Japanse kaizen hierbij in te zetten). Het gaat te ver om hier het hele interview te herhalen (hier kun je het terugluisteren), maar laat ik een aantal mooie uitspraken weergeven en uitleggen waarom ik dit goed vind passen bij het stoïcisme:

Er is niets verkeerd met bakker te zijn […] en hier een vakman in te willen zijn.

Dit past bij het stoïcijnse idee dat je je voor de waardering van wat je doet, je niet moet laten leiden door wat de samenleving van een beroep vindt; ieder beroep doet er toe en kun jij uitoefenen op goede wijze.

Echt werken en mouwen opstropen is lastig bij de huidige jonge generatie. Ze worden misschien wel te veel gepamperd.

Hier lees ik dat we misschien als ouderen, leerkrachten en professionals doorschieten in het beschermen van onze kinderen. Door te weinig gematigd hierin te zijn, bereiken we echter niet wat we willen met onze kinderen (ze namelijk vormen tot zelfstandige burgers die voor zichzelf kunnen opkomen).

Ik kan ook niet-duurzaam zijn en het geld in mijn zak houden of brood goedkoper maken, maar dan geef ik het niet terug aan de wereld. […] Ik vind dat ik als ondernemer een verantwoordelijkheid heb naar de volgende generatie. […] We komen allemaal op het moment dat we terugkijken op ons leven. Ik vind dat echt interessant: hoe lig ik er dan bij? En als je dan denkt “ik ben heel erg rijk, ik heb het nog niet eens op kunnen maken bijvoorbeeld.” dat is een manier van denken. Maar je kan ook bedenken, wat heb ik zelf bijgedragen aan deze wereld. Niet genomen, maar echt bijgedragen. En die gedachte vind ik veel interessanter eigenlijk.

Je doel vinden, dit nastreven en hierin willen excelleren, mede door te reflecteren op de dood. Het past goed bij het stoïcisme.

Wat is een tarweras en welke graansoorten zijn er?

Wat in het interview ook goed naar voren komt, is hoe Jos Huijbregts onderzoek doet na de grondstoffen die hij gebruikt. Dit raakt natuurlijk het stoïcijns idee dat in je je oordeelsvorming rekening houdt met hoe onze wereld in elkaar zit. Je wilt handelen met kennis van zaken. Om te komen tot betere (meer wijze) oordelen en beter handelen. Mooi.

Een interessant interview.

Ed.

Wanneer mag je jezelf een stoïcijn noemen?

Vraag

Ik ben eigenlijk wel benieuwd: wanneer mag ik mezelf of iemand anders zich eigenlijk stoïcijn noemen? Wanneer ben je een stoïcijn?

Antwoord

Je zou zeggen dat het wel duidelijk is waar je precies aan moet voldoen, wil je jezelf een stoïcijn noemen. Zeker door het populaire boek van Massimo Pigliucci met de titel ‘Hoe word je een stoïcijn?’ kun je deze indruk krijgen. Maar ik heb slecht nieuws: dat is niet het geval.

Want er is namelijk niet zoiets als “De Stoïcijn”. Dus als een begrip met een vaststaand x-aantal criteria waar je aan moet voldoen en dat je dan een stoïcijn bent. Bijvoorbeeld dat je altijd bepaalde ideeën moet aanhangen. Of dat er een beroepsgroep is van stoïcijnen met allemaal toelatingseisen.

Gelukkig is dit niet het geval.

Er zijn namelijk verschillende versies van het stoïcisme die allemaal wel iets met elkaar gemeen hebben, maar ook duidelijk van elkaar verschillen.

Zo zie je tussen de anieke stoïcijnse filosofen – de filosofen die eeuwen geleden leefden – veel overeenkomsten, maar ook verschillen. Onderzoek heeft wel laten zien dat deze verschillen tussen de antieke stoïcijnen niet erg groot zijn. De ideeën van de stoïcijn Marcus Aurelius zijn bijvoorbeeld grotendeels gelijk aan die van de stoïcijn Epictetus. Maar hun ideeën verschillen op sommige punten wel. Met name als het gaat over het bestaan van de wereld en hoe onze werkelijkheid echt in elkaar zit, zie je kleine verschillen. Verschillen die tussen de moderne stoïcijnen en deze antieke stoïcijnen alleen maar groter zijn geworden. Terwijl we ze wel allemaal stoïcijnen noemen.

Je ziet dus verschillende opvattingen over wat de natuur is, of er een god is en hoe deze eruit ziet, over in hoeverre alles al bepaald is, et cetera.

Maar dat met name moderne stoïcijnen op sommige punten anders denken, is misschien ook wel meteen de kracht van het hedendaagse stoïcisme.

Een van de ideeën die je namelijk wel bij de meeste stoïcijnen kunt lezen, is dat ze vinden dat je wel beter open kunt blijven staan voor nieuwe inzichten. Zeker op het gebied van natuurwetenschap. En dat je – als gevolg hiervan – ook je eigen invulling aan bepaalde opvattingen mag geven.

Typerend hiervoor is dat bijvoorbeeld ook Mark Tuitert kan zeggen: “Stoïcijnse filosofie voor mij een waardevolle richtlijn in het leven, wel aangepast naar de huidige tijd en in mijn eigen vorm.” (bron) Deze insteek past goed bij het stoïcisme.

Maar hiermee is je vraag waarschijnlijk nog niet helemaal beantwoord. Ik zou hem willen herschrijven naar “Welke ideeën verbinden stoïcijnen?”. Op deze vraag zal ik later terugkomen. Want ondanks de vele verschillen, zie je bij de verschillende stoïcijnen wel enkele overeenkomsten. Ideeën die bij opvolging van jou “een” stoïcijn kunnen maken. Inclusief het hierboven genoemde idee dat je je eigen praktische invulling kunt geven aan het stoïcisme.

Maar een vaststaand x-aantal criteria waaraan je moet voldoen om jezelf stoïcijn te noemen, zul je niet vinden.

Ed.