Vraag
Wat betekenen de ideeën van het stoïcisme voor het werk dat je doet of wat ik ik doe?
Antwoord
Over hoe het modern stoïcisme tegen werk aankijkt, valt veel te schrijven. Ik zal hier later nog vast (veel) meer over zeggen, maar vier belangrijke ideeën zou ik voorop willen stellen.
1. Handel volgens de vier kardinale deugden
Het mag duidelijk zijn dat je volgens moderne stoïcijnen ten eerste in je werk beter de vier kardinale deugden centraal kunt stellen. Deze vier karaktereigenschappen zijn: durf, zelfbeheersing, rechtvaardigheid en (praktische) wijsheid. Wat deze deugden precies betekenen voor het werk dat jij verricht, is echter niet direct te zeggen. Niet voor niets wordt wijsheid genoemd: het is aan jou om wijs te handelen (in samenhang met de andere drie deugden).
Wat handelen volgens deze vier deugden namelijk concreet inhouden voor op het werk dat jij verricht, is afhankelijk van de situatie. Moderne stoïcijnen zul je – naast deze vier deugden – niet vaak algemene uitspraken zien doen (je moet altijd x doen).
2. Richt je op datgene waar je invloed op hebt
Ten tweede is het idee dat je je niet druk moet maken over zaken waar je geen invloed op hebt een belangrijk principe om op je werk in gedachten te houden. Zet je energie goed in en gebruik het voor zaken waar je wel invloed op hebt. Natuurlijk is dit in eerste instantie hoe jij tegen zaken aankijkt. Maar ook hoe jij handelt (in de omgang met anderen) en waarnaar je streeft heb je invloed. Irriteer je echter niet aan zaken die je toch niet kunt beïnvloeden. Laat staan de meningen die anderen op je werk over je hebben.
“Hoe beschamend is de advocaat, als hij zijn laatste adem uitblaast, terwijl hij op gevorderde leeftijd in de rechtszaal pleit voor onbekende procespartijen en daarbij nog steeds de goedkeuring van onwetende toeschouwers zoekt.” Seneca, De beknoptheid van het leven, 20.2
Denk daarbij er ook goed over na in hoeverre je je moet leiden door geld verdienen. Natuurlijk hebben we inkomen nodig om te kunnen leven, maar misschien past enige matigheid ook wel (in combinatie met de andere drie kardinale, stoïcijnse deugden). Want als je in gedachten neemt dan we allemaal dood zullen gaan, is het opbouwen van veel bezit misschien niet de juiste weg. Daarnaast miskent het streven naar veel geld en materie, dat de kans dat je dit zult realiseren ook grotendeels afhangt van factoren buiten jou om. Allerlei redenen waar jij geen invloed op hebt, kunnen maken dat je niet veel zult verdienen. Het zou dom zijn om dit dan als jouw streven te maken. Als het niet lukt, zul je alleen maar ongelukkig voelen
Ook heeft werken voor het geld als valkuil dat dit nooit zal leiden tot blijvend geluk. Hoe meer je verdient, hoe meer je je consumptiepatroon hierop gaat aanpassen. Hier zul je vervolgens aan gaan wennen met als gevolg dat je je wensen gaat aanpassen en weer meer of anders wilt gaan bezitten. Maar ook hier zul je aan gaan wennen (en je niet per se gelukkiger maken). Dit principe noemen ze ook wel de hedonistisch tredmolen. Als je meer gaat verdienen, word je echt niet meteen gelukkiger.
3. Excelleer! (in het juiste)
Enkel gericht zijn op datgene waarop je invloed hebt, wil niet zeggen dat je maar achterover kunt gaan zitten. Dat je niet betrokken bent.
Integendeel!
In het modern stoïcisme kun je juist veel lezen over de waarde van het zo goed mogelijk willen doen (naar je eigen normen) van wat je doet. In het excelleren in datgene waar je naar streeft. Begin dus met nadenken over waarnaar je in dit leven wilt streven.
Volgens de stoïcijnen heeft dit altijd iets als aandacht geven aan de ander in zich. Je vak uitoefenen is altijd je vak uitoefenen voor de ander of meer algemeen: de samenleving in het het geheel.
Excelleren – en komen tot vakmanschap – betekent hiermee ook dat je verdiept in de redelijke behoeftes van anderen, bijvoorbeeld je klanten, patiënten, cliënten e.d.) In tegenstelling tot wat sommige auteurs je misschien willen doen geloven, is klaarstaan voor de ander belangrijk binnen het stoïcisme. En hiernaar streven essentieel om gelukkig te zijn. Maar let op: altijd met mate (zie vorig punt).
Gericht zijn op anderen, is ook belangrijk voor professionals. Of misschien juist voor professionals. Niet omdat de mening van cliënten, klanten en dergelijke jouw geluk bepaalt, maar omdat zo goed mogelijk je best doen voor anderen je eigen geluk bepaalt (los of zij inzien dat je dit doet). Helaas vergeten vaak professionele beroepsbeoefenaren dat wat zij doen in the end niet om cijfers, overzichtjes, processen e.d. gaat, maar om de mens erachter.
Een voorbeeld uit mijn eigen praktijk. Tijdens een workshop met een groep artsen vertelde een gynaecoloog dat hij – zo druk met zijn planning – op een gegeven moment niet doorhad, dat twee ouders voor hem op hun manier hem aan het bedanken waren voor zijn hulp bij de geboorte van hun zoon. Pas later besefte hij de waarde van het dankwoord en dat dit hem echt gelukkig maakte. De vraag was natuurlijk in hoeverre hij hier zijn geluk van moest laten afhangen (wat niet maakt dat je wel blij kunt zijn met het dankwoord). Wel werd echter duidelijk dat het kunnen bijdragen aan het leven van mensen, hem veel meer motiveerde en hem veel meer de mogelijkheid zou geven zijn beroep met passie en energie en goed mogelijk te blijven uitoefen, dan gericht te zijn op het behalen van een planning.
Punt twee en drie kun je mijns inziens goed samenvatten met: doe minder, beter!
4. Handel met kennis (van de wereld)
Hoe je behoort te handelen, begint volgens stoïcijnen met hoe je denkt over hoe de wereld in elkaar zit. Dus eigenlijk had dit misschien wel het eerste punt moeten zijn. In veel klassieke stoïcijnse literatuur gaat dit met name over complexe vraagstukken als “Is alles in de wereld reeds vastgelegd?“, “In hoeverre is alles in de wereld oorzaak en gevolg?“, “Wat doet ons verschillen van andere dieren?” en “In hoeverre hebben wij mensen een vrije wil?” Het is natuurlijk goed om hier ook als professional over na te denken. Je antwoorden op deze vragen zullen immers bepalen wat jij goed handelen vindt.
Maar in het modern stoïcisme zie je nog een tweede, meer praktische invulling als het gaat om de waarde van kennis. Dit is het idee dat je alleen maar kunt excelleren in je werk (of beter: als mens) als je dit doet op basis van zo goed mogelijke kennis. In moderne termen: ware kennis.
Je ziet hierin natuurlijk de kritische houding en het onderzoekend vermogen terug die we van professionals verwachten. Al is dit niet een verwachting die jou zou moeten motiveren; het gaat om je eigenlijk streven naar het goede te doen.
Een praktisch voorbeeld: een accountant zou niet zomaar zijn of haar werk moeten doen, maar zal een betere accountant zijn als hij of zij heeft nagedacht en opgezocht wat een goede manier van accountant zijn inhoudt. En in concrete kwestie precies uitzoekt wat er speelt (dat zou een accountant sowieso natuurlijk moeten doen). Uiteindelijk zal dat hem of haar waarschijnlijk levensgeluk geven: ik weet niet hoe anderen over mij als accountant denken of hebben gedacht (en ik kan dit niet beïnvloeden), maar ik heb wel gestreefd om dit voor mezelf zo goed mogelijk te doen op basis van de kennis die voorhanden is in de wereld.
Je ziet hier natuurlijk een verbinding met het derde punt: hoe te excelleren.
Nog even een praktisch voorbeeld
Hoe je als stoïcijn handelt op je werk en kunt excelleren in je vak, werd – mogelijk onbedoeld – goed verwoord tijdens een interview dat ik hoorde op BNR Nieuwsradio. Tijdens deze radio-uitzending werd Jos Huijbregts geïnterviewd over wat het betekent om een bakker te zijn en hierin als vakman te excelleren (en het Japanse kaizen hierbij in te zetten). Het gaat te ver om hier het hele interview te herhalen (hier kun je het terugluisteren), maar laat ik een aantal mooie uitspraken weergeven en uitleggen waarom ik dit goed vind passen bij het stoïcisme:
“Er is niets verkeerd met bakker te zijn […] en hier een vakman in te willen zijn.“
Dit past bij het stoïcijnse idee dat je je voor de waardering van wat je doet, je niet moet laten leiden door wat de samenleving van een beroep vindt; ieder beroep doet er toe en kun jij uitoefenen op goede wijze.
“Echt werken en mouwen opstropen is lastig bij de huidige jonge generatie. Ze worden misschien wel te veel gepamperd.“
Hier lees ik dat we misschien als ouderen, leerkrachten en professionals doorschieten in het beschermen van onze kinderen. Door te weinig gematigd hierin te zijn, bereiken we echter niet wat we willen met onze kinderen (ze namelijk vormen tot zelfstandige burgers die voor zichzelf kunnen opkomen).
“Ik kan ook niet-duurzaam zijn en het geld in mijn zak houden of brood goedkoper maken, maar dan geef ik het niet terug aan de wereld. […] Ik vind dat ik als ondernemer een verantwoordelijkheid heb naar de volgende generatie. […] We komen allemaal op het moment dat we terugkijken op ons leven. Ik vind dat echt interessant: hoe lig ik er dan bij? En als je dan denkt “ik ben heel erg rijk, ik heb het nog niet eens op kunnen maken bijvoorbeeld.” dat is een manier van denken. Maar je kan ook bedenken, wat heb ik zelf bijgedragen aan deze wereld. Niet genomen, maar echt bijgedragen. En die gedachte vind ik veel interessanter eigenlijk.“
Je doel vinden, dit nastreven en hierin willen excelleren, mede door te reflecteren op de dood. Het past goed bij het stoïcisme.
“Wat is een tarweras en welke graansoorten zijn er?“
Wat in het interview ook goed naar voren komt, is hoe Jos Huijbregts onderzoek doet na de grondstoffen die hij gebruikt. Dit raakt natuurlijk het stoïcijns idee dat in je je oordeelsvorming rekening houdt met hoe onze wereld in elkaar zit. Je wilt handelen met kennis van zaken. Om te komen tot betere (meer wijze) oordelen en beter handelen. Mooi.
Een interessant interview.
Ed.