Zou Seneca of Marcus Aurelius naar de sportschool zijn gegaan?

Vraag

Ik ken best veel mensen die naar de sportschool gaan. Nu ben ik daar zelf niet zo’n fan van, maar ik ben wel benieuwd naar hoe je als stoïcijn hiernaar kunt kijken.

Antwoord

Zoals bekend, is het afhankelijk van jouw situatie wat wijsheid is. En omdat ik niet alles van je weet, is het lastig om hier een definitief antwoord op te geven. Wel zijn er een aantal stoïcijnse ideeën die je mogelijk kunnen helpen bij het maken van je afweging.

Centraal hierbij staat de reden waarom je naar de sportschool zou gaan. Je kunt hier natuurlijk verschillende redenen voor hebben. Redenen die je niet helemaal los kunt zien van elkaar en misschien je wel in combinatie overtuigen om het wel of niet te doen.

1. Ik sport voor mijn gezondheid / een gezond lichaam

Als je dit wordt geadviseerd door een arts of een fysiotherapeut dan kan dit een belangrijke reden zijn. Misschien nog niet doorslaggevend, maar op het moment dat je gezondheid op het spel staat, dan zou het misschien vreemd zijn om hier geen waarde aan te hechten.

De stoïcijn zou je echter wel vervolgens vragen waarom je je gezondheid zo belangrijk vindt. Er zijn genoeg mensen die naar de sportschool gaan en dit doen in verband met hun gezondheid. Of meer algemeen: hun fysieke gesteldheid. Dit kan zijn op doktersadvies, maar dit is misschien niets eens nodig.

Dus waarom is lichamelijke gezondheid zo belangrijk?

Bij de klassieke stoïcijnen zul je vinden dat een gezond lichaam belangrijk is voor je geest. Je lichaam mag je denken, je ziel niet in de weg staan. Als je om die reden naar de sportschool zou gaan, dan zouden de klassieke stoïcijnen zich wel hierin kunnen vinden, vermoed ik.

“Het lichaam moet rigoureus worden behandeld, zodat het niet ongehoorzaam is aan de geest.”
(Seneca, Brieven aan Lucilius, brief 8)

Of zoals de Franse filosoof Jean Jacques Rousseau het uitdrukt: een zwak lichaam verzwakt de geest.

Nu is het wel een beetje afhankelijk van wat je precies verstaat onder de geest, de ziel en dergelijke hoe je dit precies moet invullen, maar ik denk dat we allemaal wel inzien dat als je niet goed in je vel zit, dat dit het om te beginnen al lastiger maakt om goed te denken.

Als dit de voornaamste reden is om naar de sportschool te gaan, dan prima. Maar let op: ouder worden brengt gebreken met zich mee. Doe je niet voor dat je jong bent, terwijl je dan niet meer bent. Seneca zou hier veel moeite mee hebben. Je probeert je dan te veel op een ongezonde manier te verhouden tot de natuur. De natuur waar levende wezens doodgaan.

“Je moet stoppen te willen wat je vroeger wilde. Persoonlijk doe ik dat in elk geval: als oude man ben ik opgehouden om te willen wat ik als jongen wilde.”
(Seneca, De goede dood, VI / Klaar om te gaan)

Uiteindelijk zullen we allemaal vergaan in datgene waaruit we zijn opgebouwd. En dat kan geen sportschool (of sport in het algemeen ) tegenhouden. Hetzelfde geldt ook voor je gezondheid: je kunt het misschien enigszins beïnvloeden, maar uiteindelijk ligt dit niet in je macht.

2. Ik sport voor mijn vrienden, voor de gezelligheid

Ga je naar de sportschool omdat je vrienden ook gaan? Dan is het belangrijk je af te vragen, wat je precies hier motiveert. Bij diverse stoïcijnse filosofen zie je – net als bij de klassieke filosoof Aristoteles – de waarde van vriendschap beschreven.

Maar als je het enkel doet om indruk te maken, dan handel je misschien niet uit het juiste motief. Want uiteindelijk ligt het toch niet in je macht in wat de anderen van je vinden. Het is ook belangrijk om authentiek te blijven.Maar let op: de vraag is wat je zoekt. Als je doet om op hun indruk te maken, dan lijkt dit niet juist (heb je toch uiteindelijk geen invloed op).

Seneca waarschuwt ons dan ook: angstvallig een rol spelen en jezelf aan niemand laten zien zoals je bent, is een grote bron van zorg en onrust. (Innerlijke rust, onderdeel 17). Als jij echt geen plezier ontleent aan een sportschool of sporten, hoeveel is de vriendschap je dan waard? Seneca: “Zijn de vrienden de moeite waard om een deel van ons leven aan te besteden? Of is ons tijdverlies alleen maar in hun voordeel?” (Innerlijke rust, onderdeel 7)

Dit geldt nog meer voor als je naar de sportschool gaat om aan anderen te laten zien, hoe gezond je bent. Of om te laten zien dat jij voldoet aan een soort schoonheidsideaal. De meningen die anderen over jou hebben – of beter jouw lichaam – heb je ook niet in je macht. Daar heb je ook geen invloed op. Je hierdoor laten leiden, zou weinig getuigen van een stoïcijns karakter. Dit wordt nog duidelijker als je meeweegt dat wat nu als schoonheidsideaal wordt gezien, 500 jaar geleden heel anders was (link: Nemo). Sterker nog, verdiep je in de verschillende culturen en je ziet al verschillen.

Dit geldt natuurlijk ook voor als je naar de sportschool zou gaan omdat je (top)sporter bent en voor prestaties wilt trainen. In hoeverre dit wenselijk is, is ook afhankelijk van hoe je hier tegenaan kijkt. Denk niet dat de sportschool een garantie is om te winnen. Hier heb je geen 100% invloed op. Het kan enkel bijdragen aan het creëren van de juiste condities en hoe je tegen jezelf kunt kijken. Ongeacht of je de prestatie haalt of niet.

Meer over het stoïcisme en sport vind je hier.

3. Ik sport omdat het me een goed gevoel geeft

Sporten voor het goede gevoel. Of juist om die reden niet sporten. Ik kan me het goed voorstellen. Een stoïcijn zou je wel vragen naar wat dit goede gevoel dan geeft. Dus hiermee ben je er nog niet. Want ook voor een goed gevoel geldt: je moet altijd blijven oppassen.

Het najagen van een goed gevoel kan namelijk ook omslaan in het tegenovergestelde. Dat je enkel in je leven goede gevoelens gaat najagen. En hiermee een slaaf wordt van je passies (en het letterlijk een vernietigende passie wordt zoals bedoeld in de klassieke stoïcijnse filosofie). Ook hiervoor geldt: zolang het met mate is, is dit nog niet problematisch. Een wijs mens houdt dit wel in de gaten.

“Te veel is altijd fout”
(Seneca, Innerlijke Rust, III-9)

Alternatieven

Nog een laatste punt om rekening te houden, is in hoeverre er geen betere alternatieven voor je zijn. Als je het te doen is om beweging dan zijn er natuurlijk mogelijkheden te over.

Dit raakt trouwens de discussie in de literatuur in hoeverre je als stoïcijn ook het minimalisme zou moeten omarmen. Over het algemeen wordt namelijk de mening wel gedeeld dat een bepaalde vorm van minimalisme wenselijk is. Hierover bestaat eigenlijk weinig discussie.

Als je je hierin kunt vinden en je van mening bent dat minder luxe wenselijk is om een goed leven te kunnen leiden, dan geeft dit interessante mogelijkheden voor meer beweging. Bijvoorbeeld door minder met de auto te gaan, de afwas niet door een machine te laten doen of door vaker te gaan wandelen in plaats van voor de tv te zitten of actief te zijn op social media. Ook kun je denken aan het doen van je tuin, van schilderwerk, vaker de trap nemen, van …

Het is leuk om met vrienden af te spreken op het terras, maar waarom zou je niet gaan wandelen in de natuur?

Natuurlijk bewegen gedurende de dag – wandelen, tuinieren, huishoudelijk werk doen – is trouwens ook een kernonderdeel van de blauwe zones levensstijl. Misschien interessant om je ook eens in te verdiepen? Het staat wel op mijn lijstje. Hier vind je een makkelijk toegankelijk geschreven artikel hierover. Veel ideeën lijken in ieder geval goed aan te sluiten bij de moderne stoïcijnse levenskunst.

Zoals altijd ben ik altijd benieuwd naar aanvullende ideeën van de lezers van dit blog. Wat vind jij: moet je als moderne stoïcijn je onthouden van CrossFit?

Ed.